SV | De koning nu had zijn aangezicht toegewonden, en de koning riep met luider stem: Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon! |
WLC | וְהַמֶּ֙לֶךְ֙ לָאַ֣ט אֶת־פָּנָ֔יו וַיִּזְעַ֥ק הַמֶּ֖לֶךְ קֹ֣ול גָּדֹ֑ול בְּנִי֙ אַבְשָׁלֹ֔ום אַבְשָׁלֹ֖ום בְּנִ֥י בְנִֽי׃ ס |
Trans. | 19:5 wəhammeleḵə lā’aṭ ’eṯ-pānāyw wayyizə‘aq hammeleḵə qwōl gāḏwōl bənî ’aḇəšālwōm ’aḇəšālwōm bənî ḇənî: |
De koning nu had zijn aangezicht toegewonden, en de koning riep met luider stem: Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
De koning nu had zijn aangezicht toegewonden, en de koning riep met luider stem: Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!